Nu steeds meer mensen zich bewust worden van het belang van duurzaamheid, zoeken ze naar manieren om duurzame praktijken in hun leven in te passen.
Hier zijn vier tips om je dieet duurzamer te maken.
Tip 1: Verspil geen voedsel
Een van de grootste problemen met het huidige voedselsysteem is dat er zo veel voedsel verspild wordt. Geschat wordt dat per persoon in Nederland zo’n 34 kilo voedsel per jaar de prullebak in gaat.
Dat is heel veel voedsel!
Door het volgende te doen kan jij zorgen dat je veel minder voedsel verspilt:
- Eet kliekjes
Een manier om voedselverspilling te voorkomen is ervoor te zorgen dat je je restjes opeet (duh!). In plaats van ze in de koelkast te laten zitten tot ze bederven, probeer je ze te verwerken in je maaltijden voor de rest van de week. Als je bijvoorbeeld overgebleven gekookte groenten hebt, kun je ze aan een soep- of pastagerecht toevoegen. Als je restjes vlees hebt, kun je die gebruiken om een boterham of wrap van te maken. Door je restjes op te eten, voorkom je niet alleen voedselverspilling, maar bespaar je ook geld! Win-win dus!
- Composteer etensresten
Een andere manier om voedselverspilling te voorkomen is je voedselresten te composteren in plaats van ze weg te gooien. Dit is een geweldige manier om je impact op het milieu te verkleinen en de hoeveelheid afval die je produceert te verminderen.Voedselresten kunnen gebruikt worden als meststof voor planten. Zo kun je dus gelijk een moestuintje beginnen. Daar heb je heus geen tuin voor nodig: plantjes groeien ook super op het balkon of in plantenbakken in de vensterbank. - Plan vooruit
Een derde manier om voedselverspilling te voorkomen is vooruit te plannen als je boodschappen doet. Zorg dat je weet wat je voor maaltijden gaat maken voor je naar de winkel gaat, zodat je niet meer koopt dan je nodig hebt. Je kunt ook proberen in batches te koken of maaltijden voor te bereiden, zodat je kant-en-klare maaltijden bij de hand hebt als je weinig tijd hebt. Door vooruit te plannen kun je impulsaankopen vermijden en ervoor zorgen dat al het voedsel dat je koopt opgegeten wordt!
Tip 2: Eet minder bewerkte producten
Bewerkte voedingsmiddelen zijn niet alleen slecht voor je gezondheid, ze zijn ook slecht voor het milieu.
Bewerkte voedingsmiddelen vergen veel energie en water om te produceren en de grootschalige productie van bewerkte voedingsmiddelen kost veel energie.
Dat komt omdat bewerkte voedingsmiddelen over lange afstanden vervoerd worden en lange tijd opgeslagen moeten worden voordat ze in de winkelrekken terechtkomen. Bovendien doorlopen bewerkte voedingsmiddelen vaak meerdere productiestappen die energie kosten, zoals bakken, braden en invriezen. Al dit energiegebruik heeft een negatief effect op het milieu.
Bewerkte voedingsmiddelen produceren veel verpakkingsafval
Een ander negatief milieu-effect van het eten van bewerkte voedingsmiddelen is de hoeveelheid verpakkingsafval die ze voortbrengen. Bewerkt voedsel zit vaak in eenpersoonsverpakkingen die gemaakt zijn van plastic of andere niet-recycleerbare materialen. Deze verpakkingen komen op stortplaatsen terecht waar ze honderden of zelfs duizenden jaren nodig hebben om te ontbinden. Behalve verpakkingsafval produceren bewerkte voedingsmiddelen ook voedselafval. Dat komt omdat mensen vaak meer voedsel kopen dan ze nodig hebben en dan uiteindelijk de restjes weggooien.
Tip 3: Eet vaker vegetarisch of veganistisch
Vlees eten vergt veel grondstoffen. Er is zelfs meer dan 15.000 liter water nodig om één rundvlees te produceren. Als je je dieet duurzamer wilt maken, is een geweldige manier om dat te doen vlees te minderen en meer vegetarische en veganistische maaltijden te eten.
Hier zijn een aantal tips om minder vlees eten:
- Zoek een paar vegetarische en veganistische recepten die je lekker vindt. Er zijn zo veel heerlijke mogelijkheden, dus neem de tijd om te experimenteren en er een paar te vinden die je echt lekker vindt. Vaker thuis koken is een prima manier om over het algemeen minder vlees te eten, want je hebt zelf in de hand hoeveel vlees er in je maaltijden gaat.
- Als je vlees eet, zorg er dan voor dat het van een duurzame bron komt. Dat betekent dat je biologisch, in de wei gekweekt vlees van een plaatselijke boer koopt. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar het smaakt ook veel beter dan massaal geproduceerd vlees uit de kruidenierswinkel
- Haal je eiwitten uit andere bronnen. Er zijn genoeg plantaardige bronnen van eiwitten die milieuvriendelijk en voedzaam zijn. Bonen, linzen, quinoa, en tofu zijn allemaal geweldige opties. En, bonus – ze zijn meestal een stuk goedkoper dan vlees!
- Probeer eens vleesloze maandag (of een andere dag van de week!). Dit is een geweldige manier om je vleesconsumptie te verminderen zonder het gevoel te hebben dat je iets opgeeft. Maak een stevige groentesoep of gebruik een van je nieuwe vegetarische recepten voor een heerlijke en bevredigende maaltijd waar helemaal geen vlees in zit
Tip 4: Eet lokaal en seizoensgebonden
Als je je ecologische voetafdruk wilt verkleinen, is een goede manier om dat te doen door meer lokaal en seizoensgebonden voedsel te eten. Als voedsel over lange afstanden vervoerd wordt, zijn daar veel fossiele brandstoffen voor nodig – die niet alleen slecht zijn voor het milieu, maar ook bijdragen tot klimaatverandering. Dus wat is de beste manier om ervoor te zorgen dat je plaatselijk en seizoensgebonden eet?
Hier zijn vijf eenvoudige manieren:
-
- Winkel op boerenmarkten. Niet alleen steun je plaatselijke boeren, maar je hebt ook toegang tot verse, seizoensgebonden producten. En omdat boerenmarkten vaak buiten worden gehouden, krijg je er de broodnodige vitamine D!
- Ga op zoek naar speciale groepen op social media waar lokale telers en producenten hun waar aanbieden.
- Plant je eigen tuin. Dit is een prima optie als je wat buitenruimte hebt – zelfs een paar potten op een balkon of vensterbank kunnen werken! Je eigen groenten en fruit kweken betekent dat je altijd toegang hebt tot verse producten, en dat je precies weet waar ze vandaan komen (dus geen transportuitstoot!). Bovendien kan tuinieren goed voor je humeur werken en is het een prima manier om wat lichaamsbeweging te krijgen!
- Kook seizoensgebonden. Bij seizoensgebonden koken gaat het erom gebruik te maken van ingrediënten die in het seizoen zijn – wat betekent dat ze verser, lekkerder en voedselrijker zullen zijn. Weet je niet zeker wat in het seizoen is? Een snelle zoektocht op Google moet je een idee geven, maar we hebben er al een paar op een rijtje gezet!
- Andijvie: mei, juni, juli.
- Asperge: mei, juni.
- Bleekselderij: augustus, september, oktober.
- Bloemkool: mei, juni, juli, augustus.
- Boerenkool: december, januari, februari.
- Prei: januari, februari, maart, april.
- Sperziebonen: juli, augustus, september.
- Spinazie: mei, juni, juli, augustus, september.
- Spruiten: december, januari, februari.
- Tomaten: mei, juni, juli, augustus, september.
- Tuinbonen: mei, juni, juli, augustus.
- Veldsla: mei, juni, juli, augustus, september.
- Witlof: december, januari, februari, maart.
- Bewaar seizoensfruit en -groenten voor later in het jaar. Inmaken en inmaken zijn twee geweldige manieren om dit te doen – en je hoeft er geen dure apparatuur voor te gebruiken of uren in de keuken te staan! Je vindt veel gemakkelijke recepten online of in kookboeken gewijd aan het inmaken van voedsel!Door deze tips te volgen draag je niet alleen een steentje bij aan het mileu, je gaat ook nog eens een stuk lekkerder en gezonder eten!
Probeer het eens 🥬